Elke film die de Coen broers uitbrengen is origineel. Zij recyclen geen andere films, iets waar Hollywood de laatste jaren een patent op heeft genomen. Een Coen film bestaat volledig binnen de grenzen van hun eigen fantasie en dat maakt ze niet alleen uniek maar ook buitengewoon sterk. Deze film is gebaseerd op Homerus’ Odyssee, maar hoewel je sirenen, een cycloop en een waarzegger tegenkomt, zijn het niet alleen de buitenissige personages die deze reis tot een Odyssee maken. De film zelf voelt als een reis en de hoofdpersonen voeren je mee naar een einde dat ze zelf niet zagen aankomen maar dat toch uitermate bevredigend en passend is. Dit is misschien wel de Coen film waarin hun vorm, stijl en inhoud het beste bij elkaar komen.
De drie hoofdpersonen, Everett Ulysses McGill, Pete en Delmar worden gespeeld door respectievelijk, George Clooney, John Turturro en Tim Blake Nelson. Het zijn drie ontsnapte gevangenen die proberen de verborgen schat van Ulysses op te graven voordat de staat een dam doorbreekt en het hele gebied onder water zet. Ze ontmoeten een blinde die hen voorspelt dat de schat die ze zoeken niet de schat is die ze zullen vinden.
Hoewel er nergens flauwe grappen worden gemaakt is de film op momenten hilarisch. Het verhaal wordt met mededogen en humor verteld en de personages zijn tegelijkertijd geloofwaardig en absurd. Het verhaal is goed, de vertolking is sterk en de soundtrack is aanstekelijk.
Lees ook: The Big Lebowski (1998).
Geen reacties
Reageer