De Latijnse naam voor scholekster is Haematopus ostralegus, wat zich ruwweg laat vertalen als “oester verzamelende bloedvoet” (haima: bloed, pous: voet, ostrea: oester en legere: verzamelen). Blijkbaar vond men de rozerode poten van de scholekster kenmerkender dan zijn lange bloedrode snavel. In het Engels noemt men ze oystercatchers en in de Nederlandse volksmond staan ze ook wel bekend als oestervangers. De herkomst van scholekster laat zich minder makkelijk verklaren, hoewel iedereen zich wel de vergelijking met het zwart- witte verenkleed van een ekster kan voorstellen, eten scholeksters geen schollen. Er wordt wel gesuggereerd dat dit schol staat voor zode of aardkloot of is afgeleid van schallen (weerklinken, geluid maken).
Een scholekster eet overigens geen schol of oesters, ze zijn veel meer geïnteresseerd in wormen en mosselen. De snavelvorm van scholeksters is variabel, afhankelijk van hun dieet, het seizoen en hun specialisme kan deze lang en spits of korter en stomp zijn. Omdat de snavels van scholeksters altijd doorgroeien, zo’n 0,4 mm per dag, bepaalt de mate van gebruik hun vorm. Het open wrikken en kapot pikken van schaaldieren, het voorkeursvoedsel in de winter, doet de punt van de snavel harder slijten dan het in de grond wroeten naar wormen in de zomer. De voedselvoorkeur van een scholekster wordt hierin mede bepaald door wat hij van zijn ouders heeft geleerd. De snavels van scholeksters die in gevangenschap opgroeien en hun snavel nagenoeg niet gebruiken, groeien krom.
Deze scholekster stond aan de pier van IJmuiden met zijn voeten op een mosselbank. Regelmatig overspoelden de stenen en stond de scholekster in het water. Omdat mosselen zich onder water openen, kon hij snel met zijn snavel de sluitspier doorknippen en de mossel eruit vissen. Maar hij peuterde ook regelmatig een grote mossel open, hierbij wrikte en beitelde er net zo lang op los tot de mossel brak. Hij was hierin heel succesvol, in de paar minuten dat ik hem heb geobserveerd, heb ik hem meerdere mosselen zien eten.
Lees ook: Scholekster (Haematopus ostralegus) en Tureluurs in Noorwegen (Tringa totanus).
Geen reacties
Reageer