mortsafesToen Darwin in Edinburgh medicijnen studeerde was er al een groot tekort aan kadavers. De enige manier om de studenten anatomie bij te brengen was door middel van publiekelijke dissectie. Helaas was de vraag naar bruikbare lijken groter dan de beschikbaarheid en zoals vaak is zo’n verschil tussen vraag en aanbod een stimulans tot misbruik. Grafroverij was dan ook een groot probleem voor Edinburgh. Officieel kwamen alleen de lijken van geëxecuteerde criminelen in aanmerking voor de snijtafels maar omdat de overheid vond dat de ontwikkeling van de medische wetenschap wel een dichtgeknepen oogje waard was probeerden ze de veelvoorkomende gevallen van grafroverij in de doofpot te stoppen. Grafroverij werd echter zo’n groot probleem dat er niet alleen rellen in de stad maar zelfs vechtpartijen op de begraafplaatsen uitbraken. Dit leidde zeker in Schotland tot grote verontwaardiging. Veel Schotten geloofden in de letterlijke betekenis van de wederopstanding, zij dachten dat een dode in een incomplete staat geen tweede leven was beschoren. Om die reden hielden nabestaanden vaak de wacht bij de begraafplaatsen van hun dierbaren. Ook konden zij tegen een vergoeding een speciale lijkenkluis (mortsafe) huren of kopen. Deze kluis werd in 1816 uitgevonden. Het was een zware ijzeren constructie die de eerste weken met speciale sloten over een graf heen werd geplaatst. Pas als een lijk voldoende was ontbonden om niet meer voor dissectie interessant te zijn werd de kluis verwijderd. Ook een oom van Darwin die in Edinburgh was overleden werd in zo’n speciaal versterkt graf gelegd.

 

William Burke and William HareHet duurde tot 1832, na de veroordeling van Burke en Hare, tot de wetgeving betreffende de beschikbaarheid van anatomische donorlichamen werd aangepast. Burke en Hare waren twee misdadigers die zich niet meer tot grafroven beperkten maar die rechtstreeks zelf voor de veel gevraagde lijken zorgden. Na hun proces nam de regering de nieuwe anatomische acte van 1832 aan, deze zorgde ervoor dat de regels voor het verkrijgen van lijken voor de medische snijtafels werden versoepeld en de Universiteiten zich niet meer alleen tot de lichamen van veroordeelde misdadigers hoefden te beperken.