De lissnuitkever of lissenboorder komt, zoals zijn naam aangeeft, overwegend op lissen voor. In Nederland bij voorkeur op de gele lis (Iris pseudacorus). Daar zat dit exemplaar ook op toen ik hem langs de waterkant bij de Leersumse Plassen vond. Met zijn lange snuit knaagde hij gaten in de stengel van de lis en zoog het plantensap op. Lissnuitkevers zijn redelijk algemeen en kunnen soms in zulke grote getallen voortkomen dat de plant eraan sterft.
Volwassen kevers komen in juni en juli tevoorschijn, en voeden zich met het sap van de stengel en de ontwikkelende bloemknoppen. Vroeg in het seizoen vind je ze vaak parend op de lissen. De bevruchte vrouwtjes boren gaten in de zaaddozen van de plant en leggen in meerdere zaden een eitje. De lis scheidt daarop een kleverige substantie af waarmee ze de beschadiging aan de zaaddoos afdicht. Met als gevolg dat de eitjes en de jonge larven van de snuitkevers tegen rovers zijn beschermd en zich in alle rust en in zeer korte tijd volledig kunnen ontwikkelen. Tegen het einde van het seizoen zijn de zaden vrijwel volledig leeggegeten en tussen augustus en september zullen de larven zich verpoppen en uit de beveiligde zaadpeul tevoorschijn komen. Waarna ze zich kort daarop, voor hun overwintering, tussen de humus en compostlaag op de grond zullen verstoppen. Hoewel deze kevertjes zich niet snel laat afschrikken en zich, als ze zich echt bedreigd voelen, meestal gewoon laten vallen, kunnen ze wel vliegen. Iets wat niet alle snuitkevers kunnen, aangezien bij veel soorten de dekschilden aan elkaar zijn vergroeid.
Het gedrongen kevertje is amper 4 tot 5 mm groot en is vrijwel helemaal zwart, afgezien van wat gele en witte haren aan de zijkant van zijn bolle lijfje en het kenmerkende witte scutellum (een klein schildje tussen het borststuk en de dekschilden) waar hij zijn naam aan dankt. Punctum-album betekent witte punt.
Lees ook: Grote dennensnuitkevers en klimaatverandering (Hylobius abietis), Kastanje Snuitkever (Curculio elephas), Langsprietpopulierensnuitkever (Dorytomus longimanus), Convergerende evolutie en In een rechte lijn lopen.
Geen reacties
Reageer