Bij mij op het werk is er een vrouw die niet met haar armen zwaait als ze loopt, dat ziet er heel raar uit. Er zit geen echt voordeel meer aan dit gezwaai, het is een overblijfsel van de tijd dat we nog op vier poten liepen. Hoogstens helpt het je lichaam om je evenwicht wat beter te bewaren maar over het algemeen is het een gedachteloze beweging waarvan het ritme getuigt van onze eenvoudigere afkomst.
Moeilijker nog dan lopen zonder armbewegingen is het om te praten zonder gebaren, vrijwel niemand kan iemand de weg wijzen zonder ook daadwerkelijk te wijzen. Zelfs als iemand zijn gesprekspartner niet kan zien gebaart hij er nog driftig op los. Met de linkerhand aan de telefoon beweegt de rechterhand tweemaal zo hard. Druk gebarend probeert de beller zijn gezever kracht bij te zetten. Een lichamelijke handeling die heel wat nuttelozer is dan zwaaien met je armen tijdens het lopen. Als een beller echter kan blijven zitten, zoekt zijn vrije hand iets anders om te doen. Iemand die normaal gesproken nog geen ei kan tekenen maakt tijdens een telefoongesprek vaak de fraaiste schetsen.
Onze taal is lichamelijk, praten zonder gebaren is vrijwel onmogelijk. Baby’s die nog geen taal hebben praten alvast met hun handen, ze wijzen in plaats van vragen. Zelfs volwassenen drukken hun emoties lichamelijk vaak beter uit dan dat ze dat verbaal kunnen. Dit is zo vreemd nog niet want mensen praten met het gedeelte van hun hersenen dat voor gebaren is bedoeld.
Vaak wordt gesteld dat wij pas mens zijn geworden toen we op twee benen zijn gaan lopen en onze armen vrij kwamen om gereedschappen te hanteren. Het vrijkomen van onze handen maakte echter ook een groter scala aan gebaren mogelijk en heeft dus mede tot de ontwikkeling van onze taal geleid.
Geen reacties
Reageer