De larven van libellen (nymfen) leven één tot vijf jaar in het water. Daarna kruipen ze uit het water door tegen een plantenstengel op te klimmen. De larvehuid barst via de rugzijde open en het volwassen dier, het imago, breekt er uit. De witte draden die daarna nog uit de larvehuid steken zijn de adembuisjes (tracheeën) waardoor de libel in zijn larve stadium heeft geademd. Deze liepen diep zijn lichaam in en moeten, nu de libel eruit breekt, mee vervellen. In het begin van dit uitbreken (uitsluipen) zit de libel nog met deze draadjes aan zijn larvehuid vast. Pas als ze helemaal zijn losgetrokken kan de libel gewoon ademen. Vlak na het uitsluipen zijn de vleugels nog verschrompeld en het duurt even voor de libel ze opgepompt en onder spanning heeft. Libellen die net tevoorschijn zijn gekomen zijn nog erg bleek, hun kleuren komen pas dagen tot weken later volledig tot ontwikkeling.

Deze tijd van het jaar vind je de lege larvehuidjes overal tussen het gras en riet langs de waterkant.

 

libel met larvehuid (libellulidae sp) 06-2011 8034libel met larvehuid (libellulidae sp) 06-2011 8048