Een kompaskwal kan behoorlijk pijnlijk steken. Ze zijn makkelijk te herkennen aan de windroosverdeling op hun hoed. Deze heeft meestal zestien roodbruine strepen die straalsgewijs naar buiten wijzen. Aan de rand van de hoed liggen tegenover de lijnen bruine lobben, de lijnen zijn niet altijd aanwezig, deze lobben wel. Ze leven van visjes en andere kleine zeedieren die ze met hun lange dunne tentakels vangen. Hierop zitten veel netelcellen die bij aanraking hun gif in een prooi injecteren. Deze netelarmen liggen in acht groepen van drie aan de rand van de hoed, ze kunnen twee meter lang worden. In het midden onder de hoed hangen de mondarmen die enigszins aan een bruidssluier doen denken en nog langer dan de tentakels kunnen worden. Voor een mens is een steek van een kompaskwal behoorlijk pijnlijk, ze laat striemen achter die voor veel jeuk zorgen. Als je bent gestoken kun je de wond het beste met zeewater of een zure vloeistof als azijn of ammonia afspoelen. Het verhaaltje dat urineren over de plek de pijn zou doen afnemen, klopt niet. Urine is overwegend water en er zit haast geen zout in. Dit zou de nog niet actieve netelcellen in de huid alleen maar kunnen activeren. Dat is de reden waarom spoelen met gewoon water ook niet helpt. Omdat deze kwallen zich meestal in de bovenste waterlaag ophouden, spelen ze bij een stevige oostenwind vaak op onze stranden aan. Daar liggen ze nog even als een hulpeloze hoop gelei tot ze langzaam als water terug het zand in vloeien en alleen een vage tekening achterlaten.
Geen reacties
Reageer: