Iedereen heeft ooit een knuffel gehad. Mijn zoontje heeft er meerdere maar hij heeft duidelijke favorieten. Twee stuks, zonder deze twee kunnen we niet op vakantie of uit logeren. Hij is er heel erg aan gehecht en het is heerlijk om te zien hoe hij ermee slaapt. Soms leggen we ’s nachts de knuffels wat bij hem vandaan zodat hij het niet te warm krijgt. Bijna meteen graaien zijn handen, in zijn slaap, naar boven en trekt hij de knuffels terug. Hij heeft deze knuffels al jaren en ze zijn al meerdere malen gerepareerd. Ik weet zeker dat hij ze altijd zal bewaren.
We vergeten het soms wel eens maar liefde en lichamelijk contact is een eerste levensbehoefte, je moet het belang van een goede knuffel dus nooit onderschatten. Jonge resusaapjes die de keuze krijgen tussen een koude stalen namaakmoeder met melk en een warme zachte namaakmoeder zonder melk zullen zichzelf verhongeren terwijl ze zich vastgrijpen aan de zachte vacht van de namaakmoeder. Dit kille experiment van Harry Harlow uit 1959 is een klassiek voorbeeld binnen de psychologie geworden. Warmte en geborgenheid zijn belangrijker voor het creëren van een emotionele band dan voedsel. Als we onze kinderen regelmatig knuffelen is dat niet alleen goed voor hun emotionele en intellectuele ontwikkeling, het versterkt ook de liefde en het begrip tussen ouders en kinderen.
Zelf heb ik vroeger ook knuffels gehad. Ik herinner me nog een grote opblaasbare olifant, alleen herinner ik me die niet echt maar meer van mijn kinderfoto’s. Maar ik weet dat ik die gehad heb. Alleen was die natuurlijk niet zo knuffelig. Toch heb ook ik iets gehad waar ik mee sliep: een rood dubbeldekker busje, dat eigenlijk groen was, alhoewel je dat niet goed meer kunt zien. De meeste verf heb ik er afgeknuffeld. In mijn herinnering was het toch echt rood. Ik heb het nog steeds, een Daimler busje van Matchbox.
Geen reacties
Reageer: