kleine poppenrover 5-2023 (Calosoma inquisitor) 8110Deze ogenschijnlijk saaie zwarte kever is, als je hem wat beter bekijkt, eigenlijk heel fraai. De kleine poppenrover heeft een donkerbruin tot zwart lijf met lange sterke poten en heeft aan de randen van zijn pronotum en achterlijf een metallieke groene of blauwpaarse weerschijn. Als je deze dekschilden van dit exemplaar met een loep bekijkt, valt op dat ze zijn opgebouwd uit fijne groeven en rimpels met op regelmatige afstand een aantal kleine stippen of kuiltjes. De minuscule dalen tussen deze zwarte groeven en ribbels zijn fel roodpaars en onder de juiste lichtinval lijkt het alsof er een vuur in de kever brandt dat door al die kleine spleetjes en groefjes in zijn lijf naar buiten schijnt. De overgangen van het pronotum naar de kop en het achterlijf toe zijn omzoomd met een fijne rij gele haartjes. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben forse snoeischaarvormige kaken, waarmee ze hun prooi doden en in stukken knippen. De mannetjes zijn van de vrouwtjes te onderscheiden aan de verwijde eerste vier segmenten van hun voorpoten.

 

kleine poppenrover 5-2023 (Calosoma inquisitor) 8111Kleine poppenrovers zijn loopkevers en kunnen 16 tot 22mm groot worden. In Nederland komen twee soorten voor, de zeldzame kleine poppenrover (Calosoma inquisitor) en de nog zeldzamere grote poppenrover (Calosoma sycophanta). Zowel de volwassen kevers als de larven eten rupsen en poppen. De kleine poppenrover komt vooral in loofbossen op hogere zandgronden voor. De kevers hebben een voorkeur voor eiken en je ziet ze, vanwege de aanwezigheid van hun voedselbron, het meest tussen mei en juli. Vanwege hun voorkeur voor eiken en rupsen kunnen poppenrovers goed worden ingezet als natuurlijke vijand van de eikenprocessierups.

 

De kevers paren in het voorjaar, waarna het vrouwtje gemiddeld zo’n 50 eitjes legt, die ze met haar ovipositor in de grond stopt. De uitgekomen roofachtige larven groeien snel en verpoppen zich in een poppenkamer onder de grond, hier blijven ze in diapauze tot het volgende voorjaar. De kevers jagen vanaf de grond tot hoog in de bomen en kunnen goed vliegen. Bij gevaar laten ze zich vallen. Overdag zijn ze actief en s ‘nachts verstoppen ze zich achter schors of in spleten.

 

Kleine poppenrovers komen voor van Noord-Afrika tot Zuid Scandinavië en Klein Azië. In kleine populaties zie je ze zelfs tot aan Japan.

 

Lees ook: Paarse loopkever, Violette schallebijter en Korrelschallebijter, Kettingschalebijter (Carabus granulatus) en Gewone oeverloopkever (Elaphrus riparius).