De meikever, junikever en julikever zijn drie Nederlandse bladsprietkevers die hun naam danken aan de maand waarin ze voorkomen. De meikever is daarvan het bekendst en talrijkst, de junikever, die enigszins op de meikever lijkt, is het kleinst (14 tot 18 mm) en de grote julikever is verreweg het zeldzaamst. Zoals gewoonlijk bij deze keverfamilies bezitten de mannetjes grotere antennes dan de wijfjes. De antenne van de junikever heeft de minste flappen (slechts drie), terwijl de meikever er vijf tot zes heeft. De meikever heeft een zwart en de junikever een bruin protonum. Daarnaast is de junikever behaarder en mist hij de bij de meikever zo karakteristieke achterlijfspunt.
Junikevers zijn schemerdieren die zich pas bij zonsondergang laten zien en van losse grond houden. In Fauna Germanica, het standaard keverboek uit 1909, omschrijft men hem als: ‘sehr häufig. Im Juni und Juli auf Brachfeldern gegen sonnenuntergang schwärmend’. Hoewel ze lokaal nog steeds in grote getalen kunnen voorkomen, is hij in de meeste gebieden schaarser geworden. De volwassen kever eet bladeren en houdt zich overdag tussen bomen en struiken schuil. Na zonsondergang beginnen ze te vliegen en zie je ze soms een uur lang om boomtoppen zwermen. Hier zoeken de partners elkaar op, waarna ze op de grond tussen het gras paren. Het bevruchte wijfje graaft zich daarna in en legt tussen de wortels van het gras 30 a 40 eitjes. Deze komen na een maand uit en ontwikkelen zich tot 5 cm grote larven. Deze larven heten net als bij de meikever engerlingen en eten de wortels van het gras, waardoor er soms grote kale plekken kunnen ontstaan. De engerlingen overwinteren twee maal op een diepte van 40 cm, tot ze zich in de grond verpoppen. Na een maand kruipt de volwassen kever uit de pop en houdt zich onder de grond schuil tot het begin van de zomer. Als de temperatuur voldoende oploopt, kruipen ze massaal, meestal in juni, uit de grond. De volwassen kevers leven slechts enkele dagen tot weken.
Lees ook: Penseelkever en Het vliegend hert.
Geen reacties
Reageer: