“Onze” houtduiven staan op het punt om uit te vliegen. Nadat het paartje twee witte eieren in hun gammele nest hadden gelegd, ging het snel. De jonge waren vlak na het uitkomen nog met een witgeel dons bedekt, maar als snel kwam hun verenkleed door en het laatste dons steekt daar nu nog als een paar kleine plukjes door naar buiten. Ze houden al wat vliegoefeningen en ik verwacht dat ze een deze dagen definitief het nest verlaten. Ze zijn, net als veel stadsdieren, absoluut niet bang. Het nest zit in de wisteria bij de buren en steekt precies boven hun schutting uit. Ze zijn erg geïnteresseerd in alles wat in onze tuin gebeurt. Regelmatig houden ze ons, naast elkaar met hun kopjes door het gat in de begroeiing, in de gaten.
Jonge duiven worden met zogenaamde duivenmelk gevoed. Een dikke zuivelachtige voeding die door de ouders in hun krop wordt geproduceerd. Deze zogenaamde melk is erg vet en eiwitrijk, waardoor de jonge duiven een goede start krijgen. Beide ouders produceren deze melk en wisselen elkaar op het nest af. Duivenmelk voorziet de jonge duiven ook van mineralen, antistoffen en koolhydraten, feitelijk is ze het vogelequivalent van zoogdierenmelk. Een mooi voorbeeld van een vergelijkbare evolutionaire oplossing bij volstrekt verschillende diersoorten.
Overigens geven niet alleen duiven melk, maar ook flamingo´s en mannelijke keizerspinguïns. Een duivenmelker heeft niets te maken met het exploiteren van deze melk maar juist met het exploiteren van de duiven zelf, dus met het fokken en houden van duiven.
Lees ook: Nest bouwende houtduif (Columba palumbus).
Geen reacties
Reageer