Op 26 mei 2013 is Jack Vance overleden, hij werd 96 jaar. Ik was even van slag toen ik het hoorde. Al lange tijd loop ik met het idee om een stukje over hem te schrijven en nu wordt het ineens een necrologie. Hoewel ik me geen echte fan van zijn werk zou durven noemen, heb ik wel bijna al zijn boeken, waarvan ik er sommige al tientallen keren heb gelezen. Jack Vance was geen woord-artiest, zijn zinnen waren kort en levendig maar wel buitengewoon suggestief, hij wist als geen ander beelden in mijn hoofd te toveren, beelden van verre werelden, vreemde culturen en fantastische wezens. Zijn verhalen waren zo inventief dat hij in één boek met ideeën strooide waar veel schrijvers een heel oeuvre voor nodig hebben. Hij schreef vooral veel over reizen, misschien omdat hij zelf ooit op de grote vaart had gezeten. Zijn meest levendige beschrijvingen kwamen van trektochten, havens, kleine taveernes, muziek en vreemde gewoontes. Zijn bibliografie is enorm, hij was zeer productief en toch passen op een ongekunstelde manier al zijn verhalen binnen één en hetzelfde universum, het Gaiaanse Bereik. De beroemdste boeken reeks van Vance is de Alastor trilogie, maar ook Lyonesse, Tschai, Durdane en de Duivelsprinsenreeks zijn erg sterk. Eigenlijk is er geen enkel boek van hem dat niet leest als een trein en dat je niet moeiteloos transporteert naar verre horizonten en fantastische werelden. Maar nu is zijn Universum afgebakend, het Gaiaanse Bereik zal nooit meer groeien. Als je nu een boek van Jack Vance leest, doe je dat in de wetenschap dat er nooit meer één bij zal komen. Dat voelt als een verarming, tot je zijn boeken openslaat, de rijkdom die daar is te vinden is meer dan genoeg voor één leven.
Geen reacties
Reageer