Veren van vogels hebben vaak de meest uitzinnige kleuren en hoewel deze veelal door pigmenten in de veren zelf worden veroorzaakt, zijn er ook veel vogels met iriserende (of iridiserende) veren. Deze veren, zoals o.a. bij eksters, woerden en pauwen, veranderen van kleur afhankelijk van welke kant je ze bekijkt en glanzen met alle kleuren van de regenboog. Die iriserende kleuren worden in dat geval niet veroorzaakt door pigmenten, maar door meervoudige reflecties op de structuur van de veren. Omdat deze veren vaak meerdere gedeeltelijk transparante structuren met verschillende diktes hebben, reflecteren ze het licht van beide kanten van deze doorzichtige oppervlakken. Afhankelijk van de hoek waaronder je kijkt, kunnen de golflengtes van deze gereflecteerde kleuren elkaar versterken of verzwakken. Hierdoor veranderen de waargenomen kleuren van de veren continue. In 1665 toonde Robert Hooke met een simpel experiment aan dat de iriserende kleuren van een pauwenveer niet door pigmenten werden veroorzaakt. Door de veer onderwater te houden, verdween de irisatie, wat natuurlijk niet zou gebeuren als de kleuren door pigmenten werden veroorzaakt.
Zwarte ooievaars zijn wat kleiner en schuwer dan hun witte neven. Oorspronkelijk broedden ze ook in Nederland, helaas zijn ze sinds de 19e eeuw, toen bij ons veel natte overbossen verdwenen, vertrokken en zijn er sindsdien geen broedparen meer gesignaleerd. Wij bevinden ons nu net buiten de Noordwestelijke rand van hun broedgebied, maar tijdens de doortrek worden er in Nederland nog regelmatig zwarte ooievaars gesignaleerd. Deze zwarte ooievaar is bij de Beekse Bergen gefotografeerd.
Lees ook: Klepperende ooievaar (Ciconia ciconia) en De oxymoron zwarte zwaan (Cygnus atratus).
Geen reacties
Reageer: