Het is een raar gezicht, die felgroene tropische vogels in ons platte polderland. Toch komen ze steeds vaker voor. Een aantal ontsnapte exemplaren uit de jaren 60 hebben zich flink vermenigvuldigd en over het midden-westelijke deel van ons kikkerlandje verspreid. Tegenwoordig vind je daar in stadsparken en tuinen steeds vaker groepen halsbandparkieten. Ze broeden er graag in holen in oude bomen, zoals in lege spechtenholen, of lege nestkasten.
In de Broekpolder bij Vlaardingen heeft men een speciaal mountainbike-terrein aangelegd, hier kronkelen fietspaden zich tussen de struiken en bomen door. Tussen dit groen staan ook een groot aantal kale dode bomen, waar zich nu in de oude gaten van spechten een kolonie halsbandparkieten heeft gevestigd. Daar maken ze een kabaal van jewelste en trekken ze zich helemaal niets aan van al die fervente fietsers. Het lijkt alsof ze weinig van de tamheid van hun voorouders zijn verloren, je kunt ze een stuk makkelijker benaderen dan veel inheemse vogels. Het gevaar is hier hoogstens dat je, terwijl je met je camera in de hand omhoog staat te kijken, door een kolonne mountainbikers van je sokken wordt gereden.
Halsbandparkieten vestigen zich niet ver van grote steden omdat ze in strenge winters vaak nog afhankelijk zijn van bijvoer. De mannetjes zijn vanaf hun derde levensjaar aan hun karakteristieke zwarte halsband van de vrouwtjes te onderscheiden. Hoewel ze overdag in kleine groepjes van 10 tot 15 stuks leven, hebben ze de neiging om massaal in een boom te overnachten. Je kunt ze ’s avonds soms in groepen van enkele honderden stuks een boom zien zoeken. Men vermoedt dat deze vogels zich op termijn steeds verder over ons land zullen verspreiden en daarmee de populatiegroottes van andere holenbroeders, zoals spechten en boomklevers, kunnen verkleinen.
Geen reacties
Reageer: