Zo langzamerhand verdwijnt de grutto uit ons landschap. Vroeger in de polders van het Westland zag ik ze vaak in het weiland staan. Maar toen waren de weilanden nog een stuk natter en groeide er meer dan alleen gras. Grutto’s eten graag regenwormen en emelten, die ze met hun lange tere snavels uit de drassige bodem pikken. Nederlandse weiden verdrogen echter steeds meer en de begroeiing wordt eenzijdiger, goed voor koeien en veeboeren maar bar slecht voor de biodiversiteit en de grutto’s. Zij houden, net als zoveel andere weidevogels, van drassige gronden met veel kruiden. Gras levert de veehouderij dan misschien wel de meeste eiwitten, wat de boer meer melk en vlees per vierkante meter oplevert, maar er zijn buiten koeien maar bar weinig andere diersoorten die het graag eten en de meeste insecten laten het al helemaal links liggen. Hierdoor leven er steeds minder bodemdieren in onze weilanden en blijven weidevogels zoals de grutto’s weg.
Gelukkig lijkt het alsof hier langzamerhand wat verandering in begint te komen, steeds meer boeren zorgen voor bloemrijke weides, waardoor er meer insecten en vogels op kunnen leven. Laten we hopen dat deze tendens standhoudt en we in onze weides straks niet alleen weer grutto’s terugzien, maar ook wulpen, kemphanen, tureluurs en watersnippen.
Geen reacties
Reageer