Eén van de makkelijkst te vinden boktorren in Nederland is de Gewone Dennenboktor, tenminste als je weet waar je moet zoeken. Gedurende de lente en zomer ben ik ze zelden tegengekomen maar tijdens de winter vind ik ze vaak onder loszittend schors van dode dennen. De meeste kevers overwinteren als larve, diep in het hout van een boom, en verplaatsen zich pas naar het schors in de lente om zich daar te verpoppen. De Gewone Dennenboktor verpopt zich echter pas laat in de herfst en ontpopt zich voor het begin van de winter. Ze overwinteren dus als volwassen kever. Deze kevers hebben een voorkeur voor dode omgevallen naaldbomen. Je komt ze ook wel op stronken tegen maar het is mijn ervaring dat je de meeste kans maakt bij dode liggende dennen. De platte bleke larven hebben een brede bruine kop met sterke kaken. Zij ontwikkelen zich in een platte vraatgang vlak onder het schors. De volgroeide larve knaagt daar een ovale poppenwieg die ze met zaagsel aankleedt. Tussen dit zaagsel vind je vaak het afgestroopte larvehuidje terug. De keverpop is aan het begin van zijn ontwikkeling nog bleek wit en kleurt naar de winter toe langzaam donkerder. Gestimuleerd door de eerste koude kruipt de kever uit de pop en blijft dan de hele winter in zijn wieg onder het schors om pas tijdens de eerste warme lentedagen tevoorschijn te komen.
De Gewone Dennenboktor (Rhagium inquisitor) ook wel Gewone Ribbelboktor genoemd, is de algemeenste kever uit het geslacht Rhagium. In Nederland komen ook nog Rhagium bifasciatum (Bonte ribbelboktor), Rhagium mordax (Gemarmerde eikenboktor) en Rhagium sycophanta voor. De volwassen kever wordt 10 tot 22 mm groot en kenmerkt zich door zijn geribbelde dekschilden met vlekkig grijze beharing en twee onduidelijke dwarsbanden. Ze zijn variabel van kleur en kunnen bleek grijs, lichtbruin tot geel roodbruin zijn. Je komt ze in het gehele Palaearctische gebied en Noord Amerika tegen. Alle kevers van dit geslacht hebben relatief korte voelsprieten, aan beide zijden van het borstschild een puntig uitsteeksel en kunnen bij gevaar een sjirpend geluid maken.
Wetenschappers die zich afvroegen hoe deze kevers de strenge Siberische winters vlak onder het loszittende schors van een dode boom konden overleven, ontdekten dat deze kevers één van de meest effectieve antivries-proteïnen heeft. Dit AFP voorkomt dat ijskristallen zich kunnen vormen en dat Rhagium inquisitor temperaturen tot -25 C kunnen overleven.
Lees ook: Gevlekte dennenboktor (Rhagium bifasciatum).
Geen reacties
Reageer