Een tijd geleden vonden mijn zoon en ik in Zweden een oud verroest bijlhoofd. Er zat geen steel meer aan en het ijzer was behoorlijk gehavend. We hebben hem toen mee naar huis genomen, maar hij heeft nog jaren in mijn schuur gelegen voor ik hem weer oppakte. Omdat ik hem wilde herstellen, heb ik eerst alle oude roest verwijderd en hem daarna een nieuw profiel gegeven. Door vanaf halverwege het oog van de bijl uit de onderkant een curve weg te slijpen en de bovenkant van het blad iets meer gelijk te trekken, werd het bijlblad wat lichter en kreeg hij een iets eleganter uiterlijk. Nadat hij helemaal was opgeschuurd kon je ook weer het geharde stuk staal aan de snede onderscheiden van het zachtere staal van de rest van blad.
Voor de steel heb ik een stuk zebrano hout gebruikt. Dit is een harde tropische houtsoort met grove poriën en een compacte in elkaar grijpende vezelstructuur, waarbij de afwisselende lichte en donkere strepen van de nerven een mooi patroon vormen. Deze compacte houtsoort is sterk en taai en heeft een hoge stijfheid. De afwisselende zachte en hardere nerfstructuur geeft het een hoge impactbestendigheid, maar zorgt er ook voor dat het wat lastiger is om te bewerken. De in elkaar grijpende vezels maken het namelijk moeilijker om het hout glad af te werken. Samen met de hoge kosten van dit hout zorgt dat ervoor dat het overwegend ter decoratie wordt gebruikt, het is echter ook heel geschikt voor bijlstelen en gereedschapshandvaten.
Een bijlkop bevestig je aan de steel door hem “te hangen”. Je zet de kop over het uiteinde van de steel en duwt hem vast. In plaats van dat je dan boven op de bijlkop hamert om hem verder over de steel te duwen, laat je de bijl juist ondersteboven hangen met de kop naar beneden en sla je met een hamer op de onderkant van de steel. Dankzij de vertraging van de grotere massa van de bijlkop duw je de steel zo steeds verder door het oog van de kop en trekt de bijlkop zich vast aan de steel. Daarna hamer je een smalle wig hout in een sleuf die je vooraf, parallel aan het bijlhoofd, in de bovenkant van de steel had gezaagd. Op die manier zet het hout in het bovenste gedeelte van de steel uit en klemt hij de bijlkop muurvast. Indien nodig kun je er dan nog een ijzeren wig bij slaan om de kop nog meer te borgen, maar als de steel goed passend is gemaakt, is dat vaak niet eens meer nodig. De wig in deze steel is van ebbenhout, zodat hij mooi contrasteert met het zebrano. Als je de steel daarna goed afwerkt met tungolie, is hij niet alleen goed beschermd maar klemt hij zichzelf, omdat hij dan uitzet, nog verder vast in de kop.
Over de nerfstructuur van bijlstelen is veel geschreven, en lang niet iedereen is het met elkaar eens. Meestal hoor je dat de nerfrichting parallel moet lopen aan de bijlkop, maar veel belangrijker is het dat de nerf in één rechte lijn van de kop van de bijlsteel tot aan de onderkant doorloopt. Als de nerf dwars of schuin op de bijlsteel staat, kan deze namelijk makkelijker breken. Of deze doorlopende nerf nu parallel aan de bijlkop loopt of daar dwars op staat, is uiteindelijk veel minder belangrijk.
De meeste bijlen hebben een duidelijke curve in het handvat. Dat maakt een bijl echter niet makkelijker om te hanteren. Het zorgt er wel voor dat je, als je op een stuk hout dat onder je voeten ligt, slaat, je arm wat minder ver naar beneden hoeft te bewegen om de bijl toch diep genoeg in het hout te laten bijten. Idealiter ligt de handgreep zo recht mogelijk onder de bijlsnede, iets dat met een sterk gekromd handvat vaak lastiger is. Hoe verder de snede namelijk van je grip afligt, hoe groter de onnauwkeurigheid van de bijl wordt. Elke minimale draaiing van je pols wordt anders door de curve en die afstand vergroot. Daarom hebben tomahawks en werpbijlen net als hamers vrijwel altijd een rechte steel.
De bijl weegt 1028gram, is 43,5cm lang en heeft een snede van 8cm.
Geen reacties
Reageer: