Als je het ontstaan van King Kong tot aan zijn oorsprong terug volgt, zou kun je stellen dat de interesse voor de grote mensapen bij Darwin is begonnen. Sinds hij de verwantschap tussen ons en de primaten heeft aangetoond, zijn mensen over de grenzen van deze verwantschap gaan fantaseren. Deze interesse werd later verder gevoed door o.a. Arthur Conan Doyles “The Lost World” uit 1912 en Edgar Rice Burroughs “The Land that Time forgot” uit 1918. De black-exploitatie film “Ingagi” uit 1930 wakkerde het idee van seksuele relaties tussen zwarte vrouwen en grote apen verder aan en deze film was zelfs dusdanig succesvol dat Fox het in 1933 aandurfde om “King Kong” uit te brengen.
De iconografie van een grote aap die een vrouw meevoert gaat echter terug op een tweetal beelden van Emmanuel Frémiet. Toen hij bij het grote publiek nog niet bekend was, werd zijn beeld van een grote (volgens de inscriptie bij het beeld, vrouwelijke) gorilla die een negerin ontvoert, achter een gordijn tentoongesteld. Het zorgde in 1859 voor erg veel ophef en het werd later helaas door kwaadwillenden vernield. Beaudelaire schreef er over: (…) onthoudt, de aap wil haar niet opeten, maar haar verkrachten. Want de eenzame aap, tegelijkertijd meer en minder dan een man, heeft soms een menselijke honger naar vrouwen getoond.
In de 18e eeuw was men er van overtuigd dat Orang-oetans en Gorilla’s regelmatig vrouwen ontvoerden om deze te verkrachten. Enkele van deze beschrijvingen vond men zelfs bij Buffon (1707-1788) in zijn beroemde “Histoire Naturelle”.
Toen Frémiet in 1887 als beeldhouwer was doorgebroken, presenteerde hij nogmaals een beeld van een gorilla die een vrouw ontvoerde. Ditmaal werd het ontvangen als een waar meesterwerk en in de Salon met een medaille d’honnour beloond. Het beeld stelt een grote behaarde gorilla voor die onder één arm een vrouw geklemd houdt. In zijn vrije hand heeft hij een ruw bewerkte steen en uit zijn zij steekt een pijl. De vrouw poogt zich tevergeefs met haar handen van de gorilla af te duwen. Haar onderlijf hangt slap en doet qua houding enigszins aan dat van Christus bij een kruisafname denken. In haar haar draagt zij een halve gorillakaak, ze is dus geen weerloos slachtoffer maar zelf ook een roofdier uit het stenen tijdperk. De bewerkte steen in de vrije hand van de gorilla verwijst naar de evolutionaire verwantschap tussen de mens en de mensapen en de pijl in zijn zijde duidt aan dat er een woest gevecht tussen beide soorten gaande was. De gorilla is hier meer dan een dier, hij personifieert de brute dierlijke kracht en de menselijke vrouw is dan ook geen tegenstander voor deze kolos met vier handen. De slang in het voetstuk zou kunnen verwijzen naar de seksuele implicaties van de ontvoering en het verlies van onschuld.
In 1846 had Edgar Allan Poe “Murders in the Rue Morgue” uitgebracht. Dit boek werd al snel in het Frans vertaald en kan Frémiets interesse in Gorilla’s en Orang-oetans hebben gewekt. In deze beroemde detective worden enkele moorden door een grote Orang-oetan gepleegd en het idee van een weerloze vrouw die door een aap met drie keer de kracht van een volwassen man wordt overmeesterd zou goed een diepe indruk op Frémiet gemaakt kunnen hebben.
Beide gorillabeelden van Frémiet laten zien dat hij erg goed op de hoogte was van de anatomie van gorilla’s. In 1855 werd de eerste levende gorilla in Engeland tentoongesteld en de kans is groot dat Frémiet haar daar is gaan bekijken. Deze vrouwtjesgorilla “Jenny” was bij Wombwell’s Traveling Menagerie voor het publiek te bekijken. In 1883 kwam de eerste levende gorilla naar Frankrijk en werd in Jardin des Plantes getoond. De manier waarop Frémiets gorilla zich beweegt, de grote handen met opponeerbare duimen en de manier waarop de spieren onder de vacht liggen, bewijzen dat hij gorilla’s uit eerste hand heeft kunnen bestuderen. Zijn beeld uit 1887 is de oorsprong van alle andere iconische beelden van een grote aap die een vrouw ontvoert, zoals dat van King Kong.
Lees ook: Frémiet: Orang-oetan wurgt een wilde uit Borneo.
Geen reacties
Reageer