“Hij zou gezegd hebben dat,..” Is een zin waarin er een combinatie wordt gemaakt tussen tijd (het verleden) en evidentialiteit (de spreker heeft het van horen zeggen en was zelf geen getuige van de uitspraak). Zou gezegd hebben, is hier een gebruik van de voltooid verleden toekomende tijd.
In het Nederlands is het gebruik van evidentialiteit niet verplicht. In deze zin maakt hij echter wel de herkomst van de uitspraak duidelijk. De spreker was er niet zelf bij en weet dus ook niet zeker of dat wat er werd gezegd wel waar was. Bij veel talen kun je aan de vorm van het werkwoord echter altijd zien of iemand zelf getuige was van wat hij vertelt of niet en ook of iets waarschijnlijk of zeker is. Bij deze talen is evidentialiteit verplicht. Dat maakt het voor iemand uit Australië, het Amazonegebied of de Himalaya heel wat moeilijker om te liegen dan voor een Nederlander. “Hij zij dat”, of “hij zou gezegd hebben dat” zijn twee totaal verschillende uitspraken. Omdat het voor een Nederlander mogelijk is, om afhankelijk van zijn bedoelingen, evidentialiteit te gebruiken of weg te laten, is het voor hem heel wat makkelijker om niet de gehele waarheid te vertellen. Het Nederlands is een ideale taal om in te liegen.
Geen reacties
Reageer: