Het landkaartje is het makkelijkst te herkennen aan de onderkant van haar vleugels. De vele vlakken die door witte lijnen worden verdeeld doen denken aan een plattegrond. Deze vlinders kennen een voorjaarsvorm, waarbij de bovenkant van de vleugels oranjerood zijn met zwarte vlekken, en een zomervariant, die zwart is met een witte band en enkele oranje stipjes. Het grote verschil in uiterlijk wordt veroorzaakt door de diapauze van de overwinterde poppen , deze vlinders verschillen daardoor van uiterlijk ten opzichte van degene die uit de zomerpoppen komen. Oorspronkelijk werden deze twee vormen door Linnaeus als twee verschillende soorten beschreven.
Hoewel de omliggende Europese namen allemaal naar een landkaart verwijzen ( DU: Landkärtchen, FR: La Carte Géographique en EN: Map Butterfly) verwijst de Latijnse naam naar een spinnenweb: Araschnia: arakhnion is een spinnenweb en levana is de naam van een Romeinse god die opsteeg vanaf de aarde.
De vrouwtjes zetten hun eieren in meerdere strengen af aan de onderkant van een brandnetelblad. Deze foto’s zijn half juli in De Brand bij Udenhout gemaakt, bij een beschaduwde vochtige bosrand met veel netels.
Lees ook: De transformatie van een dagpauwoog (Aglais io), Distelvlinder (Vanessa cardui), Koninginnepage (Papilio machaon) en Vlindereitjes (Noctua pronuba).
Geen reacties
Reageer: