Kunst wordt vaak toegankelijker als we de drijfveren van de maker kennen. Dat is mede de reden waarom we zo graag geloven in de mythe van de gekwelde kunstenaar. Hoe meer hij lijdt, hoe makkelijker het voor ons is om zijn pijn in zijn werk terug te zien. Pijn, angst, woede en frustratie zijn sterke drijfveren en bieden ons dus makkelijke handvaten om kunst mee tegemoet te treden. De werkelijkheid is echter dat de meeste kunstenaars gewoon hun brood willen verdienen en dat graag met kunst doen. Creëren ligt aan de basis van ons bestaan, en er is vrijwel geen proces dat zo veel voldoening geeft als het creatieve proces. Het is intiem, interactief en buitengewoon bevrijdend.

 

Dat wil niet zeggen dat er geen kunstenaars zijn die niet tot kunst zijn geroepen, het is niet altijd een keuze. Het creatieve proces is namelijk ook een onderzoeksproces. Vergelijkbaar met wetenschappelijk onderzoek dient het een doel en kent het methoden. Experimenteren en evalueren liggen aan de basis van elke vraag. En zowel het wetenschappelijke als het creatieve proces leveren ons antwoorden. Zo bezien, verschillen Einstein en Ernst niet zoveel van elkaar. Beiden zijn tot buitengewone inzichten gekomen, die ons een blik op een stukje van de werkelijkheid bieden, waarvan we zonder hen niet eens van het bestaan wisten. De gemotiveerde wetenschapper en de gedreven kunstenaar zijn de sjamanen van onze samenleving. Ze geven antwoorden op vragen die we zelf niet kunnen stellen en betekenis aan gebeurtenissen waar we ons amper van bewust waren.

 

Net als bij de gekwelde kunstenaar geloven we het liefst in de gestoorde wetenschapper. Iemand die alles offert voor zijn zoektocht naar de waarheid. Toch worden de meeste ontdekkingen gedaan door beroepswetenschappers. Mensen met een gezin, die na vijven rustig naar huis fietsen. Gewoon omdat ze het leuk vinden om zich met het wetenschappelijke proces bezig te houden, omdat dit proces ze voldoening geeft. Het voldoet misschien niet aan ons wereldbeeld, maar de meeste vragen worden beantwoord niet omdat men een vraag stelde, maar juist omdat men het prettig vind om naar antwoorden te zoeken. Meestal drijven de methodes het proces en niet de vraag.

 

Lees ook: Een eigen stijl.