Onder aan iemands oor hangt een lelletje, een klein doorbloed lapje vet zonder enig ogenschijnlijk nut. Er zit geen kraakbeen in, het ondersteunt het oor niet en het helpt de oorschelp ook niet mee om geluid de oorgang in te geleiden. Onze oorspieren zitten aan het kraakbeen van ons oor vast en er zitten geen spieren in ons lelletje, we kunnen er ons oor dus ook niet mee bewegen. Omdat er zoveel bloedvaten door ons oorlelletje lopen, werd er wel eens gedacht dat het ons oor warm hield. Maar zoals iedereen weet die wel eens zonder muts in de vrieskou buiten is geweest is dat een fabeltje, je oren vriezen er nog eerder af dan je neus.
Er bestaan twee soorten oorlellen, loshangende en vastgegroeide. Het allel voor loshangende oorlelletjes is dominant. De meeste mensen hebben dus loshangende lelletjes. Toch heb ik nog nooit gehoord dat er iemand om zijn oorlelletjes werd gediscrimineerd of dat de vorm van een oorlelletje werd gebruikt om een partnerkeuze mee te bepalen.
Het lijkt erop dat het oorlelletje maar om twee redenen is ontstaan, om eraan te sabbelen (het is een erogene zone) en/of om te piercen. Het oorlelletje is met stip het meest gepiercte lichaamsdeel ooit. Piercen is een typisch menselijke activiteit, je komt het bij dieren niet tegen. Behalve dan bij veel schapen en koeien, maar die hebben er niet zelf voor gekozen. Mensen zijn ook één van de weinige diersoorten die het hele jaar door seksueel actief zijn. We lopen dan ook het hele jaar door met onze seksualiteit te koop. Misschien piercen mensen hun oren dus wel om de aandacht op één van hun erogene zones te vestigen. Knieën en ellebogen worden tenslotte lang niet zo vaak gepierct als lippen, tepels of schaamdelen. Wat dat betreft is het fijn dat de evolutie ons een erogene zone heeft verschaft die niet alleen goed in het zicht hangt maar ook redelijk makkelijk is te piercen.
2 reacties
jenny: op zaterdag, 27 oktober 2012
Petra Artichatus: op dinsdag, 25 juli 2023
Reageer