Op het strand vond ik laatst een heremietkreeftje. Mooi weggestopt in een wulk. Toen ik hem oppakte schoot hij meteen de schelp in. Ik heb hem toen teruggezet en gewacht tot hij weer tevoorschijn zou komen. Dat deed hij heel voorzichtig, steeds een stukje verder naar buiten en dan ineens weer helemaal terug. Dit herhaalde hij een paar keer. Op het laatst was hij ver genoeg naar buiten om met zijn oogjes onder de schaal van de schelp door te kunnen kijken. Veel verder dan dat vertrouwde hij het niet.
In één van de lege wulkschelpen die we mee naar huis hadden genomen bleek ook nog een kleine alikruik te zitten, met een klein heremietkreeftje erin. Hier kwamen we pas achter toen hij met schelpje en al uit de grotere schelp was gekropen. Dit kreeftje kwam echter al snel helemaal uit het alikruikje en ging vrijwel meteen daarna dood. Ik denk dat hij te lang bij het water vandaan was. Heremietkreeftjes zijn eigenlijk geen kreeften en geen krabben, ze behoren tot een eigen familie, de Paguroidae (tienpotige kreeftachtige). Ze hebben geen pantser op hun achterlijf en gebruiken lege schelpen om zich te beschermen. Ik stond er eerder niet bij stil maar heremietkreeften hebben een gedraaid achterlijf zodat zij beter in schelpen passen. Al deze kreeften zijn, net als de meeste schelpen, rechtsom gedraaid. Zover ik heb kunnen achterhalen bestaan er geen linksom gedraaide heremietkreeften. De rechter schaarpoot van deze kreeften is ook veel groter dan de linker.
Heremietkreeften voeden zich op verschillende manieren. Ze hebben in hun bek een zeef waarmee ze plankton kunnen uitfilteren, ze kunnen een slijmnet uit hun bek laten hangen waarmee ze plankton vangen en hebben borsteltjes aan hun mond waarmee ze kleine diertjes tussen zandkorrels kunnen opvegen. In de Noordzee komt maar één soort voor, de gewone heremietkreeft.
Geen reacties
Reageer: