zwartkopwever (Ploceus melanocephalus) 7-2015 2687Wevervogels zoals de zwartkopwever, maken opvallend fraaie nesten die niet slechts uit een paar bij elkaar geraapte takjes bestaan, maar op een kunstige manier in elkaar zijn geweven.

 

zwartkopwever (Ploceus melanocephalus) 7-2015 2676zwartkopwever (Ploceus melanocephalus) 7-2015 2681Het mannetje begint met één lange grasspriet die hij om een tak heen knoopt. Deze eerste knoop is het fundament voor het hele nest en wordt met uiterste zorg gelegd. Hieromheen weeft hij een ring, waar hij als een trapeze-artiest in balanceert. Tijdens dit proces controleert hij regelmatig de diameter van deze ring omdat die de uiteindelijke doorgang naar de broedkamer vormt. Deze opening moet net groot genoeg zijn voor de vogel maar niet zo groot dat roofdieren daar ook makkelijk doorheen kunnen. Wevervogels gebruiken hun bek en poten om het gras aan elkaar te knopen en hebben hierbij een sterke voorkeur voor de platte knoop. Hoewel niet bekend is of deze voorkeur bewust is, is dit wel een van de makkelijkste knopen om te leggen.

 

zwartkopwever (Ploceus melanocephalus) 7-2015 2679zwartkopwever (Ploceus melanocephalus) 7-2015 2777Elke nieuwe grasspriet wordt in tegenoverstaande hoek tussen de eerdere heen gevlochten, zo weven ze een bolvormig nest met een smalle buis die ondersteboven hangt en toegang tot het nest geeft.

 

zwartkopwever (Ploceus melanocephalus) 7-2015 2714zwartkopwever (Ploceus melanocephalus) 7-2015 2748)zwartkopwever (Ploceus melanocephalus) 7-2015 2766zwartkopwever (Ploceus melanocephalus) 7-2015 2731Met hun sterke conische snavel trekken ze het harde gras los, ze gebruiken gemiddeld zo’n duizend grassprieten per nest. Als de hele constructie klaar is, werkt het mannetje de binnenkant af met een laagje zachter gras. Elk mannetje bouwt 5 a 10 nesten in de hoop dat een wijfje ze goedkeurt. Nesten die niet worden gekozen, worden weer afgebroken want wijfjes kiezen alleen een vers nest. Gedurende een broedseizoen bouwt een mannetje wel tot 50 nesten.

 

Zwartkopwever mannetjes zijn zo’n 14 cm lang en hebben tijdens het broedseizoen een karakteristieke zwarte kop met gele kraag en borst en een groengele mantel en rug. De vrouwtjes zijn iets minder opvallend en wat kleiner. Ze hebben een sterke voorkeur voor een vochtige leefomgeving met lang gras in de buurt van water. Deze zwartkopwevers zijn bij de Beekse Bergen gefotografeerd, waar een jong mannetje aan het oefenen was met knopen leggen.