In Hawaï noemt men deze paarse zee-egel “kaupali” wat zich laat vertalen als klifhanger of klipgrijper. Deze zee-egels komen bij West Indo Pacifische kusten voor en leven daar voornamelijk in het vloedgebied. Ze voeden zich met kleine schelpen en andere zee-egels en leven vaak in grote kolonies bij elkaar. Colobocentrotus atratus heeft een diepe paarse kleur en wordt maximaal zo groot als een halve softbal. Zijn bovenoppervlak is een mozaïek van kleine polygonale platen die uit gemodificeerde stekels tot een glad tegelwerk zijn gevormd. Onder aan de zee-egel zit een rand met langere knotsvormige en afgeplatte stekels en aan de onderkant zitten vele kleine zuigvoetjes. Door de combinatie van hun vorm, hun platte stekels en hun sterke bevestigingsvoetjes kunnen deze zee-egels in de woeste golfslag van de getijdengebieden overleven. Ze zijn in staat om zich vast te houden bij waterverplaatsingen van 17 tot zelfs 27 m/s en spoelen tot drie keer minder snel weg dan andere zee-egels welke zich “slechts” kunnen vasthouden bij waterverplaatsingen tot zo’n 7,5 m/s.
Lees ook: Zanddollar.
Geen reacties
Reageer: