bitterzoet 8-2014 0407Het mooie Bitterzoet is één van de heksenkruiden die in vliegzalf wordt gebruikt. Het is dan ook giftig. Het behoort tot de nachtschadefamilie en bezit solanine en dulcamarine. Organische verbindingen die voor diarree, misselijkheid, ademnood, kramp en bewusteloosheid kunnen zorgen. Als men op een stengel kauwt, proeft men eerst een bittere smaak die al snel in zoet over gaat. De bittere glycosiden uit de stengel worden door ons speeksel afgebroken en omgezet in het zoete sacharose. Het is een wijdverbreide plant die zich vrijwel overal heeft gevestigd. Hij is al sinds de oudheid bekend en wordt veel in de volksgeneeskunde en bij rituelen gebruikt. Een van zijn oudere toepassingen was om boze geesten af te weren. De mummie van Toetanchamon werd gevonden met een krans van deze gedroogde bessen om zijn nek. De hallucinogene effecten van dergelijke giftige planten hebben voor de naam vliegzalf gezorgd. Onder invloed van deze zalf raakt men in een trance. Ze wordt met een stok in de hals, oksels of liezen aangebracht. De vergiftiging zorgt ervoor dat men denkt het lichaam te verlaten en naar andere werkelijkheden te kunnen reizen. Deze vlucht van de geest werd vroeger letterlijk genomen en veel mensen dachten dat gebruikers onder invloed van deze vliegzalf echt konden vliegen. Mede hierdoor is het bijgeloof van vliegende heksen, die op een bezem of dier het luchtruim kiezen, ontstaan. Oude namen voor Bitterzoet zijn; Dolbessen-hout, Hoe-langer-hoe-liever, Klimmende nachtschade en Elf-rank.