Appels smaken me de laatste jaren niet meer. Als ik ze koop zien ze er heerlijk uit, mooi vol en gaaf met een zachte blozende glans. Bijna alsof ze niet echt zijn maar van plastic. Maar als ik mijn tanden er inzet komt steevast de teleurstelling, ze smaken nergens meer naar. Na decennia van selecteren op vorm en houdbaarheid is de smaak verloren gegaan. Alle appels zien er nu prachtig uit, gelijkvormig en zonder een lelijk plekje. We kunnen ze maanden bewaren en van de ene kant van de wereld naar de andere vervoeren zonder dat ze dat is af te zien. Door een laagje was glimmen ze je vanuit het groenteschap tegemoet, maar het is alleen nog maar schijn. Wat smaak betreft zouden ze net zo goed helemaal van was gemaakt kunnen zijn.
Een appelboom die vanuit een appelpit is opgegroeid geeft niet dezelfde appels als die waaruit hij is gegroeid. Elke nieuwe bevruchte appel geeft weer een nieuwe appelboom met een andere smaak. Om die reden worden alle oude appelrassen al jarenlang geënt. Feitelijk eten we dus appels van een stokoude boom. En uiteindelijk is de kracht eruit, de boom verliest zijn fut en de appel zijn smaak.
Omdat zelfgeplukte appels veel lekkerder schijnen te zijn dan die van de supermarkt heb ik zelf een appelboompje gekocht. Eentje van een nieuw ras, namelijk de Malus ecolette. Deze schijnt goed tegen schimmels en infecties bestand te zijn en is voor biologische teelt geschikt. Als het goed is geeft hij mij over twee jaar mooie rode friszure appels. Nu maar hopen dat deze ook echt lekkerder zijn dan de was-appels van de supermarkt.
Geen reacties
Reageer: