Net als bij de Amsterdamse waterleidingduinen nestelen de aalscholvers in het Naardermeer hoog in de bomen. Omdat beide gebieden veel vossen hebben, zijn nesten op de grond niet veilig. Ook niet op de vele kleine eilandjes. Vossen kunnen goed zwemmen en steken graag wat water over om een nest leeg te roven. De aalscholvers hebben zich daarom aangeleerd om in bomen te nestelen. Hoewel ze daar eigenlijk niet op zijn gebouwd, ze hebben er de poten en balans niet voor, bouwen ze daar nu grote kolonies. Omdat aalscholvers steeds naar hun oude nest plek terugkeren, kunnen deze kolonies behoorlijk groot worden. De sterkste aalscholvers nestelen het hoogst, zodat zij geen stront van een andere aalscholver op hun kop krijgen. In het ondiepe water van het Naardermeer groeien relatief veel planten en dat, samen met het slechte zicht in het troebele water, belemmerd de aalscholvers bij het vissen. Daarom vliegen ze voor hun voedsel helemaal naar het Markermeer. In dat heldere water jagen ze tot op twintig meter diepte op brasem en pos. Ondanks hun naam eten ze zelden paling.
Lees ook: Grote Aalscholver (Phalacrocorax carbo).
Geen reacties
Reageer: