Kleine stinkzwam (Mutinus caninus) 9-2015 4040Kleine stinkzwam (Mutinus caninus) 9-2015 4042Deze zwam ontwikkelt zich net als zijn grotere broer, de Grote stinkzwam (Phallus impudicus) uit een heksenei. De kleine stinkzwam is niet alleen veel kleiner (8 tot 12 cm) maar heeft ook een voorkeur voor vermolmde stronken. Hij dankt zijn Latijnse en tweede Nederlandse naam, Hondsphallus niet alleen aan de gelijkenis met een hondenpenis, maar ook aan het feit dat honden blijkbaar dol zijn op deze zwam en hem graag eten. De duivelseieren worden 2 tot 4 cm groot. Je vindt deze paddenstoelen vaak in groepjes bij elkaar. De Kleine stinkzwam behoort niet tot het Phallus-geslacht, deze kenmerkt zich door een geribde top, maar tot het Mutinus-geslacht waarvan het sporenkapje vast is aangegroeid en net als de steel een sponsachtige structuur heeft. De top van deze stinkzwammen is bedekt met een olijfgroene sporenmassa (gleba). Deze verspreidt een aasgeur waar veel vliegen op afkomen, die zorgen voor de verspreiding van de sporen. Het sporenkapje is oranje tot roze en vaak zichtbaar onder de gleba, hierdoor wordt hij soms wel eens verward met de veel zeldzamere Roze stinkzwam (Mutinus ravenellii). Deze heeft echter een duidelijk roze stam, terwijl die van de Kleine stinkzwam wit tot gelig is. Als je dichtbij komt ruikt hij naar kattenpoep. Zijn geur is echter minder penetrant dan die van de Grote stinkzwam, die je vaak alleen al op zijn geur kunt vinden.

 

Lees ook: Grote Stinkzwam (Phallus impudicus) en Onbeleefde lul.