dwaallichtEr zijn in mijn leven veel dingen die ik nog wil doen en meer die ik nog wil zien. Van dat laatste zijn er een aantal die met licht hebben te maken. Ik heb al eens een volledige zonsverduistering mee mogen maken en ik heb ’s nachts de zee wel eens zien oplichten door lichtgevende algen. Ik hoop echter ooit ook nog eens het Noorderlicht, een groene flits bij zonsondergang en een dwaallicht te mogen zien.

 

Vroeger bij ons in de polder waren er grote partijen moerasgrond. Als we daar als kinderen een omgekeerde emmer met een klein gaatje in de bodem staken en er mee morrelden konden we het gas, dat door het gaatje ontsnapte, aansteken. Het brandende methaan dat in de bodem lag opgeslagen zorgde voor een fascinerend vlammetje.

 

Dit zou echter ook spontaan kunnen gebeuren. Er bestaan wereldwijd veel verhalen over dwaallichtjes, ook wel bekend als Ignus Fatuus, Will-o’-the-wisp of Jack-o’-lantern. Mythische vlammen met de geesten van overledenen die onschuldige reizigers het moeras in willen lokken. Dit spookachtige verschijnsel zou ontstaan door belletjes methaan, geproduceerd door rottende planten, die samen met fosfine naar de oppervlakte stijgen. Fosfine is een gas dat in rottende dierlijke resten ontstaat. Dit gas ontbrandt in de lucht en steekt het methaan aan. De snel bewegende vlammetjes zijn bijna niet te volgen en zie je natuurlijk het beste in het donker. Ik kan me goed voorstellen dat mensen die deze flikerende vlammetjes boven de grond hebben zien bewegen er doodsbang van werden, ik zou het graag zelf eens willen meemaken.