De materiële wereld is zo aanwezig en zo overweldigend dat we het vaak allemaal niet kunnen bevatten. Alsof in een overvolle concertzaal tientallen orkesten tegelijkertijd verschillende stukken spelen worden we door de kakofonie overweldigd en proberen we ons voor al het geluid af te sluiten. Wat we dan moeten leren is om alleen naar dat ene deuntje te luisteren, proberen om alleen dat ene melodietje er uit te vissen en daar onze aandacht op te richten. Met kijken is het niet anders. Zoals ik bij rijles niet moest leren om meer te zien moest ik me juist aanwennen om minder te zien. Niet kijken naar de koeien, de reclameposters, de bloemen langs de weg, let op de auto’s, de verkeersborden en negeer de rest. Dit is één van de eerste dingen die we kinderen leren. Kijk naar mij en negeer de rest. Met gebaartjes en geluidjes proberen we de aandacht van de baby van de wereld af te leiden en hem te leren ons te zien. Als het kind daar aan is gewend leren we hem langzaam om minder te negeren. Als we alles om ons heen de aandacht zouden geven die het vraagt zouden we niet meer in staat zijn om te functioneren. Zo bekeken is focussen niet je concentreren op het enkele maar juist het negeren van het vele. Hoe meer iemand is gefocust hoe minder hij opneemt.