zwarte zwaan (Cygnus atratus) 3-2017 7029Er was een tijd dat “zwarte zwaan” de oxymoron pur sang was. Een onmogelijke tegenstelling, zoals zwarte sneeuw of droog water. Een zwarte zwaan werd gebruikt als metafoor voor iets dat onmogelijk kon bestaan. Zo lang als mensen zich konden heugen, waren zwanen wit. Zelfs in de wildste bestiaria kwam men geen zwarte zwaan tegen, men geloofde nog eerder in eenhoorns, draken en meerminnen dan men zich kon voorstellen dat er zoiets onmogelijks als een zwarte zwaan kon bestaan. Tot zeevaarder Willem de Vlamingh in 1697 in West Australië aanlegde en daar in de buurt van het huidige Perth bij een rivier die nu bekend staat als Zwanenrivier, geconfronteerd werd met deze rara avis en het bewijs dat aannames nooit verstandig zijn. Willem was de eerste European die oog in oog stond met een zwarte zwaan. Sindsdien zijn zwarte zwanen populaire siervogels en kom je ze ook in Europa in het wild tegen. Toch blijft er iets van het raadsel, iets van de mystiek om deze vogel hangen, alsof we millennia van aannames niet zomaar opzij kunnen zetten.

 

zwarte zwaan (Cygnus atratus) 3-2017 7019Zwarte zwanen zijn net als hun witte soortgenoten planteneters. Bij witte zwanen vallen hun zwarte oogjes bijna weg in de zwarte band om hun snavel, bij zwarte zwanen zijn hun ogen echter felrood en vallen daardoor des te meer op. Onder hun zwarte dekveren hebben ze spierwitte handpennen en hun knalrode snavel heeft een witte punt. Hun hals is extreem lang en wordt in een sierlijke S-bocht gehouden.