Omdat binnen een atmosferisch duikpak (ADS) de druk op één atmosfeer blijft, heeft een duiker op grote diepte geen last van de extreem hoge waterdruk. Hij kan dus niet alleen veel dieper duiken maar ook gewone zuurstof blijven ademen. Dit pak moet de duiker niet alleen tegen de extreme druk beschermen maar hem ook in staat stellen om te bewegen. Hierdoor lijkt het al snel op een vuilnisbak met ledematen. Het verschilt daarin niet zoveel van de eerste robots uit oude science fiction films. In deze films ontwierp men een pak waar een mens in zat maar dat er uit moest zien alsof er geen mens in zat maar een machine. Deze robot kreeg dus een mechanische manier van bewegen die juist zijn niet-mens-zijn moest benadrukken. Bij een atmosferisch duikpak echter ontwierp men een pak waar een mens in zat én dat als een mens moest kunnen bewegen. Hoewel deze uitgangspunten verschilden, leverden ze vergelijkbare ontwerpen op. Zo lijken veel van de duikpakken op robots en vise versa. In de lange geschiedenis van de atmosferische duikpakken zijn er echter een paar geweest waar deze dunne scheidslijn vervaagde. Dit zijn de drie duikpakken die de mooiste robots hadden kunnen zijn:

 

Scaphandre de grande profondeur, par Alphonse et Théodore Carmagnolle, vers 1882 - Musée national de la Marine, Paris, FranceHet eerste echte antropomorfische ontwerp van een atmosferisch duikpak stamt uit 1882. Het werd gepatenteerd door de Carmagnolle broers uit Marseille en had speciale draaibare gewrichten uit concentrische bollen. De helm bestond uit een grote bol met daarin 25 kleine ronde glazen raampjes. Het geheel woog 380 kg, had 22 verschillende gewrichten en was zijn tijd ver voor uit. Helaas heeft dit Scaphandre Carmagnolle nooit helemaal goed gewerkt en bleven  de gewrichten lekken. Het is echter wel het allermooiste duikerspak dat ooit is ontworpen.

 

Chester E McDuffee 1911Chester E. McDuffee patenteerde dit futuristische pak in 1911. Het had cilindrische gewrichten die slechts in één richting konden bewegen. Het pak woog 250 kg en was ook niet helemaal waterdicht. Om die reden had McDuffee er een waterpomp in gemonteerd. Deze pompte water vanuit de been compartimenten weer terug in zee. Via een slang naar een luchtpomp aan de oppervlakte werd er lucht in het pak gepompt, die daar door de duiker werd ingeademd. Tijdens een test in 1915 bij Long Island bereikten ze met dit pak een diepte van 65 meter. Hoewel dit pak meer op een tot leven gekomen verbrandingsoven dan op een duikpak lijkt, was het wel het eerste pak waarin kogellagers voor de gewrichten werden gebruikt.

 

Pop Peress in 1924Eén van de eerste moderne atmosferische duikpakken werd door Pop Peress in 1924 ontworpen. Dit pak gaf de duiker een grotere bewegingsvrijheid. Hoewel het er uit ziet als een kruising tussen R2D2 en C3PO, gaf het wel de aanzet tot een hele reeks van moderne duikpakken.  Pop Peress loste later in zijn Tritonia duikpak de gebruikelijke problemen met de beweeglijkheid van de gewrichten op een elegante manier op. Door deze gewrichten te omgeven met een vloeistof kwamen ze nooit met elkaar in contact en bleven ze goed functioneren. Omdat vloeistoffen niet kunnen worden samengeperst had het pak wat betreft beweeglijkheid dan ook geen last van de enorme druk op grote dieptes. Dit pak en enkele latere van Pop Peress hebben model gestaan voor JIM, het eerste ADS dat tot 300 meter diepte kon gaan. Huidige pakken zijn hier van afgeleid en staan duikers toe om tot op dieptes van 600 meter te kunnen werken.