allegorie met venus en cupidoHoewel er weinig feiten bekend zijn over de exacte oorsprong en achtergrond van Bronzino’s beroemde schilderij ´Allegorie met Venus en Cupido´, wordt over het algemeen aangenomen dat het in 1946 is geschilderd. Vasaris beschreef ooit een schilderij dat naar de koning van Frankrijk was gestuurd en dat in grote lijnen overeenkomt met Bronzino’s allegorie uit The National Gallery in Londen. Het zou in commissie geschilderd zijn voor Cosimo de eerste van de Medici familie en door hem als cadeau naar Francis de eerste van Frankrijk zijn gestuurd. Het schilderij zou later in Londen terecht zijn gekomen via de Beaucousin-collectie in Parijs maar er is geen enkel bewijs dat het ooit tot deze Koninklijke Franse collectie heeft behoord. Daarbij lijkt het me vreemd dat een verzamelaar een dergelijk schilderij ooit zou laten gaan. De stijl van het schilderij, de haardracht en de gedrapeerde stoffen indiceren dat het aan het begin van de veertiger jaren van de 16e eeuw is geschilderd. Aangezien Francis de eerste in 1547 overleed kan het, als Vasari het juist heeft, niet later zijn geschilderd en houdt men het dus maar op 1545 of 1546.

 

In dit claustrofobische olieverfschilderij van slechts 146 bij 116 cm groot, is alle lucht verdwenen. Binnen de randen van de lijst drijven de personages als porseleinen beelden tegen elkaar. Het verhaal strekt zich niet buiten het kader uit, alles zit gevangen binnen de regels van het schilderij. De bewegingsruimte binnen het kader beperkt de personages tot het wenden van een blik of het bewegen van een hand. Het is een tableau dat gedoemd is zich tot in het oneindige te herhalen.

 

venus en cupidoDe centrale figuur van Venus is gemakkelijk te herkennen aan haar gouden appel die zij van Paris heeft gekregen, haar zoon Cupido aan zijn vleugels en pijlen. Beide zijn bloot maar niet naakt. Ondanks de bijna obscene detaillering van de huid geeft deze geen warmte af. De amoureuze omhelzing van Cupido met zijn moeder suggereert een meer dan platonische verhouding. Deze incestueuze kus wordt nog versterkt door de tepel van Venus die speels tussen de vingers van haar zoon uitsteekt. Boven hen bevindt zich de Tijd (Tempus), herkenbaar aan zijn vleugels en zandloper. Hij beweegt het prachtige blauwe doek dat de personen van de voorgrond van hen op de achtergrond afscheidt. Er is nogal wat discussie of de tijd deze scene nu juist bedekt of blootlegt. Het personage tegenover Tijd is Bedrog of Vergetelheid (Fraus), met haar insubstantiële vorm en maskerachtig gezicht worstelt zij met Tijd. Haar dualiteit wordt door de maskers rechts onderin gespiegeld. De oudere vrouw die naar haar hoofd grijpt is vermoedelijk Jaloezie (Invidia) maar wordt ook wel omschreven als een lijder aan de geslachtsziekte Syfilis. Het kind aan de rechterkant is Dwaasheid (Stultitia), hij gooit met rozenblaadjes en staat tegelijkertijd met zijn voet in een rozendoorn. Het creatuur achter Dwaasheid is waarschijnlijk Plezier of Genot (Voluptas). Deze biedt niet alleen honing aan maar heeft ook de stekel van een schorpioen, zo verbeeldt ze tegelijkertijd het zoete en de pijn van genot. Haar stekel wordt echter door Dwaasheid van de spelers afgeschermd en is dus alleen voor de toeschouwer zichtbaar. Als Tijd uiteindelijk het doek bij Bedrog uit de handen wringt zal Venus haar spel over zijn. De moraal leert dat het ogenschijnlijke genot van sensuele liefde onvermijdelijk tot Jaloezie en Bedrog leidt, het is echter Dwaasheid die ons daarvoor verblindt. Als Bronzino zijn gedichten enige indicatie voor zijn complexe manier van denken zijn, laat de Allegorie met Venus en Cupido zich echter lang niet zo gemakkelijk verklaren en zullen veel subtiliteiten ons ontgaan.

 

Passend binnen het Maniërisme van die tijd heeft Bronzino de lichamen tot schijnbaar onmenselijke verhoudingen vervormd. Alle ledematen staan in hoeken ten opzichte van elkaar en iedereen is fysiek met een ander verbonden. Als in een spelletje houden de blikken elkaar gevangen en wordt de energie van beweging via handen en voeten aan elkaar overgegeven. Er is reden om aan te nemen dat Bronzino dit schilderij in alle haast heeft moeten afmaken of aanpassen. Op veel plaatsen is aan het pentimenti en onder röntgenstralen te zien dat er behoorlijk wat aanpassingen aan de compositie zijn gemaakt. Zowel de contouren als de positionering van de personages zijn veranderd, wat aangeeft dat hij zich grote moeite heeft getroost om alles binnen het schilderij op precies de juiste plaats te schilderen en dat de tussenruimtes tussen de personages minstens zo belangrijk zijn als de tekens die ze vormen.

 

Bronzino was niet alleen een uiterst begaafd portrettist maar ook heel kundig in het weergeven van structuren en materialen. In dit schilderij weet hij dit realisme tot een dusdanig hoog niveau op te schroeven dat alles bijna kunstmatig aandoet. Alles glimt je tegemoet, alles vraagt om aandacht en je wordt verleid om het hele schilderij met je ogen af te tasten. De snoepgoedtinten van de kussens en doeken gloeien zacht op en geven samen met de bleke huidtinten een droomachtige sfeer aan het werk. Ik heb dit schilderij voor het eerst zo´n twintig jaar geleden gezien, het hing in The National Gallery en leek in niets op de andere schilderijen die daar hingen. Bronzino´s gebruik van kleur en asymmetrische composities maakten een diepe indruk op me. Ik heb al meer dan tien jaar een goede reproductie van dit schilderij thuis bij mij aan de muur hangen maar nog steeds weet ik niet precies waar ik naar kijk. Het lukt me maar niet om het idee van me af te schudden dat dit schilderij een geheim bevat, een geheim dat verder gaat dan alleen de interpretatie van de afbeelding. De onwerkelijke compositie met zijn krachtige tussenvormen, gewaagde kleurcontrasten en onderlinge relaties tilt dit schilderij ver boven dat van Bronzino’s tijdgenoten uit.

 

De voet van Cupido is wellicht nog het bekendste deel van het schilderij, dit is namelijk de voet die Terry Gilliam altijd in zijn Monty Python animaties gebruikte.