Weblog

Lichaam en taal

maandag, 20 augustus 2012

Bij mij op het werk is er een vrouw die niet met haar armen zwaait als ze loopt, dat ziet er heel raar uit. Er zit geen echt voordeel meer aan dit gezwaai, het is een overblijfsel van de tijd dat we nog op vier poten liepen. Hoogstens helpt het je lichaam om je evenwicht wat beter te bewaren maar over het algemeen is het een gedachteloze beweging waarvan het ritme getuigt van onze eenvoudigere afkomst.

 

Moeilijker nog dan lopen zonder armbewegingen is het om te praten zonder gebaren, vrijwel niemand kan iemand de weg wijzen zonder ook daadwerkelijk te wijzen. Zelfs als iemand zijn gesprekspartner niet kan zien gebaart hij er nog driftig op los. Met de linkerhand aan de telefoon beweegt de rechterhand tweemaal zo hard. Druk gebarend probeert de beller zijn gezever kracht bij te zetten. Een lichamelijke handeling die heel wat nuttelozer is dan zwaaien met je armen tijdens het lopen. Als een beller echter kan blijven zitten, zoekt zijn vrije hand iets anders om te doen. Iemand die normaal gesproken nog geen ei kan tekenen maakt tijdens een telefoongesprek vaak de fraaiste schetsen.

 

Onze taal is lichamelijk, praten zonder gebaren is vrijwel onmogelijk. Baby’s die nog geen taal hebben praten alvast met hun handen, ze wijzen in plaats van vragen. Zelfs volwassenen drukken hun emoties lichamelijk vaak beter uit dan dat ze dat verbaal kunnen. Dit is zo vreemd nog niet want mensen praten met het gedeelte van hun hersenen dat voor gebaren is bedoeld.

 

Vaak wordt gesteld dat wij pas mens zijn geworden toen we op twee benen zijn gaan lopen en onze armen vrij kwamen om gereedschappen te hanteren. Het vrijkomen van onze handen maakte echter ook een groter scala aan gebaren mogelijk en heeft dus mede tot de ontwikkeling van onze taal geleid.

Roofvogelshow

vrijdag, 17 augustus 2012

uil bouillon 7-2012 5122Tijdens mijn vakantie bezochten we in Bouillon het kasteel van Godfried van Bouillon. Hier werd tijdens het hoogseizoen dag in dag uit een roofvogelshow gegeven. Tweemaal per dag liet een valkenier enkele roofvogels aan zijn publiek zien. Voor de show begon kon je de vogels al bekijken en fotograferen. Hoewel het publiek erg naar de show uitkeek kreeg ik de indruk dat dit enthousiasme niet door iedereen werd gedeeld.

Met de kont draaien, aarzelen en oude vrouwtjes

woensdag, 15 augustus 2012

Aarzelen, met de kont draaien en oude vrouwtjes zijn taalkundig meer met elkaar verbonden dan je in eerste instantie zou denken. Het Nederlandse woord ‘aarzelen’ is afgeleid van ‘aars’(kont). Net zoals het Franse ‘reculer’ (achteruitgaan) is afgeleid van ‘cul’(reet). Tijdens de Middeleeuwen betekende aarzelen nog achteruitgaan. Strijders weken al vechtend, zonder de vijand de rug te keren achteruit, zij aarzelden. In de zeventiende eeuw ontstond hieruit de betekenis ‘terugdeinzen, met het achterste draaiend achteruitgaan’. Dit kontdraaien drukte onzekerheid uit en dat leidde uiteindelijk tot de huidige betekenis van aarzelen: ‘weifelen’. De relatie tussen aarzelen en oude vrouwtjes vind je in het Latijn. Het Latijnse ‘anus’ betekent namelijk letterlijk ‘oud vrouwtje’. In de rij bij de bakker achter een aarzelend oud vrouwtje staan zal nooit meer hetzelfde zijn.

Siratus alabaster

dinsdag, 14 augustus 2012

siratus alabaster 3-2012 5927Deze mooie witte schelp, die ook wel de ‘alabaster murex’ wordt genoemd, is een stekelhoorn uit de Muricidae familie. De Siratus alabaster was ooit een grote zeldzaamheid. Het eerste exemplaar werd tussen 1836 en 1839 door Hugh Cumming op de Filipijnen aan het strand gevonden. Het heeft 125 jaar geduurd voor men een tweede exemplaar vond. Nu zijn ze relatief algemeen. Ze leven 30 tot 45 meter diep op een zanderige en modderige zeebodem. De breekbare platte richels, die van boven naar beneden hun stekels verbinden, functioneren als sneeuwschoenen en zorgen ervoor dat ze niet in de modderige bodem wegzakken. Ze leven van mosselen en andere schelpen en groeien met regelmatige rustperiodes.

 

Lees ook: De venuskam.

Gedoodverfd

maandag, 13 augustus 2012

Doodverf is een oude benaming voor een grondverf die men op schilderijen gebruikte. Men bedekte de grondschildering, een ruwe opzet van de afbeelding die meestal in gebrande sienna werd geschilderd met een transparante laag witte verf, de doodverf. Door deze transparante laag heen kon men de ruwe voorstelling nog zien schemeren. De afbeelding werd daarna met meerdere lagen transparante verf afgewerkt. Doodverven betekende dus oorspronkelijk het verdoezelen van een ruwe afbeelding. Maar omdat men door deze laag de uiteindelijke afbeelding al kon zien kreeg het de figuurlijke betekenis van ‘in ruwe vorm schetsen’ en later van ‘voorbestemmen’. Als iemand is gedoodverfd om te winnen dan is hij daarvoor voorbestemd, hij is dan de absolute favoriet voor de overwinning.

Avonturen in de avonduren

maandag, 13 augustus 2012

Het Nederlandse woord avontuur is een leenwoord uit het Frans, dat in het Middelnederlands nog net zo werd gespeld als in de taal waar het vandaan kwam: aventure. Dit betekende ‘gebeurtenis, voorval’. In de riddertijd van de twaalfde eeuw werd dit Franse aventure een modewoord voor de spannende gebeurtenissen die ridders beleefden. Op deze wijze wist het woord zich te verbreiden naar de Germaanse landen. In het Nederlands associeerde men dit woord met avend-ure. En omdat men dacht dat avend een onjuiste spelling van avond was ging men het met een o schrijven in plaats van met een e.

De macht van krachttermen

zondag, 12 augustus 2012

vloekenVloeken mag niet, het is onbeleefd en slecht voor je zielenheil. Toch kan vloeken flink opluchten, door uiting aan je frustraties te geven gaat er wat druk van de ketel. Maar een goede vloek helpt niet alleen tegen frustratie, hij werkt ook goed tegen de pijn, beter zelfs dan een flinke au of ai. De pijn gaat er in en komt er als het ware als een vloek weer uit.

 

De Britse psycholoog Richard Stephens liet studenten hun hand in een bak met ijskoud water houden. Als ze erbij mochten vloeken hielden ze het niet alleen langer uit maar vonden ze het experiment ook minder pijnlijk. Je kunt dus concluderen dat vloeken helpt bij het verwerken van pijn.

 

Helaas heeft Stephens niet onderzocht of een sterkere vloek ook beter werkt dan een zwakkere en of je vloeken dus, net als pijnstillers, kunt doseren. Vloeken hebben over het algemeen heel wat minder bijwerkingen dan de meeste farmaceutische middelen. Het zou dus geen slecht idee zijn als je een forse vloek op recept zou kunnen krijgen. Ik zal er mijn huisarts bij het volgende bezoek eens naar vragen.

Wens en vervulling

zondag, 12 augustus 2012

Er zijn dingen in mijn leven waar ik vurig op hoopte dat ze mij wel (of juist niet) zouden overkomen. Sommige wensen zijn uitgekomen, andere niet. Als je iets wenst stel je jezelf onvermijdelijk de genoegens van het vervullen van die wens voor. Maar natuurlijk lijkt de uiteindelijke vervulling in niets op de voorstelling die je ervan had gemaakt. Een wens leidt tenslotte al snel zijn eigen leven, hoe vuriger hij wordt hoe moeilijker hij is te blussen. Als hoop wordt vervuld neemt deze vervulling weliswaar de wens weg maar kan hij hem nooit helemaal vervangen. Het is niet zo dat de vervulling beter of slechter is dan de wens, het is gewoonweg iets volstrekt anders. Je dempt een put met iets dat er eigenlijk niet in past. Wens en vervulling zijn twee uiteindelijk niet verenigbare grootheden die elkaar toch complementeren. Hierdoor is vervulling tegelijkertijd meer en minder dan de wens.

Mont Blanc

zaterdag, 11 augustus 2012

mont blanc 7-2012 5100Dit jaar zijn we naar de Alpen op vakantie geweest. Ik ben er verliefd geworden op de bergen. We zijn in Nederland niet aan zo'n uitzicht gewend, meer dan een wolk of wolkenkrabber zien wij niet aan de horizon. En hoewel ik nooit zonder de Nederlandse luchten zou willen leven, wordt ons uitzicht toch overwegend bepaald door het weer. Misschien is het juist omdat onze horizon zo uitzichtloos is dat we ons volledig op dit weer fixeren.

 

In de Alpen wordt de hemel gedragen, zorgen de bergen voor voldoende ruimte tussen hemel en aarde.

In Nederland weegt de hemel zwaar op onze schouders en drukt het land teneer. Er blijft te weinig bewegingsruimte over. Wij missen de majesteit van een berg.

 

We zijn door de Jura en de Alpen getrokken en op één standplaats konden we vanaf de camping de Mont Blanc zien liggen. Als de avond viel en de lucht kouder en het licht warmer werd, zette de ondergaande zon de berg in brand. Terwijl het land zwart werd zagen we op een avond de volle maan over de berghelling rollen.

King of the hill

donderdag, 19 juli 2012

roofvliegje (dolichopus popularis) 7-2012 9491-